Wandelvakanties in Aragon

Aragon, het best bewaarde wandelgeheim van Spanje. De autonome regio Aragón, ooit een machtig koninkrijk, beslaat een enorm groot gebied. Het reikt van de groene Pyreneeën in het noorden tot de gortdroge kalkruggen van Centraal Spanje. Zijn identiteit haalt het uit de Ebro, de langste rivier van Spanje die er dwars doorheen stroomt. Aragón is groen en vruchtbaar, de Aragonees heeft het hoogste gemiddelde inkomen in Spanje. Dat zie je in de streek Matarrana, tegen de grens met Catalonië aan, glooiend wijngebied met schitterende dorpjes bovenop de heuveltoppen.

Het is het Spaanse Toscane en je wandelt er net zo mooi als in Italië. Helemaal in het zuidoosten toont Aragon zich zoals we het uit de geschiedenisboekjes kennen: kaal, droog, woest, kluizenaars en kloosterlingen, het land van el Cid en Don Quichot. Dit doolhof van ruige ravijnen, hoge steilwanden, diep uitgesleten canyons is een paradijs om te wandelen. Het ene moment loop je achter een grote schapenkudde op een dor kalkplateau, het volgende moment daal je een diepe kloof in, tussen door erosie afgeplatte rotsen, watervallen, en bijna tropisch dichte begroeiing. Dit Aragon is een wandelparadijs en nog nauwelijks bekend. Er ligt een taak hier ...